Achtergrond: Zo zoeken F1-teams naar de volgende Verstappen of Antonelli

telt liefst vijf rookies. De meeste aandacht gaat uit naar , de jonge Italiaan die moet doen vergeten bij . Ferrari-protegé debuteert voor Haas, stapt in bij , Formule 2-kampioen Gabriel Bortoleto maakt zijn debuut voor en is de zoveelste Red Bull-junior bij . 

Wat hebben al deze debutanten met elkaar gemeen? Buiten een fikse portie talent, zijn ze allemaal zorgvuldig opgeleid met de ondersteuning van een juniorprogramma, young driver academy of welke naam het ook mag dragen. Het belang van deze opleiding is steeds groter, niet alleen voor de hoopvolle rijders maar ook voor de teams. Het behoeft geen uitleg dat de racewereld uitermate duur is. Dat is voor de meeste talenten een groot struikelblok. Zonder rijke ouders of zeer loyale sponsors in de begindagen van hun loopbaan is het nagenoeg onmogelijk om de weg richting F1 te bewandelen. Tenzij je al vroeg op de radar van een Formule 1-team komt. 

Ook de teams zien enorme voordelen in de talentenprogramma’s. Kijk maar naar hoe jongens als , en klaargestoomd zijn voor het grote werk en nu leveren. Elk team heeft zo haar eigen werkwijze, met eigen doelen en een eigen filosofie. Wel is duidelijk dat er steeds meer gekozen wordt voor de piramide-aanpak: meer jonge kinderen lager op de autosportladder dan een overdaad aan coureurs in de Formule 2 en Formule 3. Dat probleem had Red Bull in het verleden nogal eens. Deze nieuwe werkwijze resulteert in een wapenwedloop tussen de verschillende opleidingsprogramma’s, tot aan de lagere klassen in de kartsport aan toe. De talenten die gescout worden, zijn steeds jonger. legde recentelijk de 14-jarige Belgische wereldkampioen bij de junioren Dries van Langendonck vast. voegde de nog jongere karttalenten Dean Hoogendoorn (12), Will Green (11) en Lucas Palacio (10) toe aan hun programma. En zelfs bij deze jongelingen was er al concurrentie van andere F1-teams. 

Het kaf van het koren scheiden

Isack Hadjar, Red Bull Racing

Foto door: Red Bull Content Pool

Toch is het niet zonder risico om steeds jongere karters te scouten. “Elk jaar moet je diep de formuleklassen en kartwereld in duiken”, zegt Jock Clear, het opperhoofd van de Academy. “Je moet in gesprek met alle kartteams en de mensen die verstand hebben van de kartsport, want er rijden heel veel kinderen rond van een bepaald niveau. Het is ongelofelijk lastig om te weten wie nu echt veelbelovend is. De snelste rijder hoeft niet per se de meest getalenteerde te zijn. In karting kan er nog steeds een vertekend beeld zijn, omdat sommige kinderen veel beter materiaal kunnen veroorloven, naar betere teams kunnen en elk weekend kunnen testen. Anderen kunnen het allemaal maar net bekostigen. Dat moet je dus zien te distilleren. Op die leeftijd zal je nooit weten of het de nieuwe Lewis Hamilton is, ook al steken ze met kop en schouders boven de rest uit, maar we zijn in elk geval op zoek naar een aantal sleutelelementen.” 

Gwen Lagrue, driver development-adviseur bij Mercedes, erkent dat niet elke ruwe diamant gepolijst kan worden tot F1-ster. Hij zoekt naast pure snelheid ook naar bepaalde karaktertrekken die een indicatie geven van het ware talent. “Snelheid is natuurlijk iets waar we allemaal naar kijken”, zegt de scout van onder meer , Russell en Antonelli. “Ik kijk zelf graag naar consistentie, de wijze waarop ze verdedigen, zich voorbereiden op een aanval, dat soort dingen. We hechten echter ook veel waarde aan hun instelling, de achtergrond van de familie, opleiding, en proberen te achterhalen waar ze vandaan komen. Wat wij doen, en dat verschilt misschien van andere programma’s, is dat elke rijder een specifiek project is. Dat vereist op maat gemaakte steun en dat proberen we boven water te krijgen wanneer ze in de kartsport racen. Zodat we de juiste mensen om hen heen kunnen zetten, die ervoor proberen te zorgen dat de rijder alles goed doet zodra ze klaar zijn in de karts en overstappen naar de formulewagens.”

Andrea Kimi Antonelli, Reserve Driver, Mercedes-AMG F1 Team

Andrea Kimi Antonelli, reservecoureur, Mercedes-AMG F1 Team

Foto door: Mark Sutton / Motorsport Images

Lagrue vervolgt: “We werken met mensen, het zijn geen robots. Je hebt dus nooit de garantie dat ze succesvol worden of dat ze goed presteren. Als je gewend bent om op deze leeftijd kampioenen te ontmoeten, zie je dat ze anders of volwassener zijn in de wijze waarop ze antwoord geven op bepaalde vragen. Maar zo vroeg in de loopbaan weet je het nooit zeker.”

Ferrari organiseert jaarlijks het FDA World Scouting Camp in Maranello, waar de talenten verzamelen voor een diepgaande evaluatie. “Dat betekent dat we vier of vijf dagen met hen aan de slag gaan: mentale beoordeling, fysieke beoordeling, praten met hen, lunchen met hen”, legt Clear uit. “Het is eigenlijk een heel lang interview. Elke minuut die je met hen doorbrengt, evalueer je iets. Het draait niet alleen om of ze het snelste zijn in Fiorano. Want ook al zijn ze niet het snelste, we weten of ze het talent hebben door die drie of vier dagen die we met hen hebben doorgebracht.”

Op het moment dat rijders worden vastgelegd, zijn het nog jonge kinderen. De opleiders moeten dus de juiste balans vinden tussen ruimte geven aan de talenten en tegelijkertijd de druk voldoende opvoeren. “Ik was een van de eersten die in de kartsport ging kijken en heel jonge rijders vastlegde. Kimi was bijvoorbeeld 11 jaar oud toen we hem aan boord haalden”, aldus Lagrue. “Ik kijk graag naar de internationale Mini-klasse, net voordat ze de overstap maken naar de Junior-klasse. Als ze twaalf zijn, laten we ze ook plezier hebben in wat ze doen. Dat is heel erg belangrijk. We proberen hen zichzelf te laten zijn voordat we dingen implementeren. We laten hen hun eigen fouten maken en hun eigen ding doen. Langzaam maar zeker bouwen we de juiste organisatie om hen heen. Het gaat niet alleen om het racen. Een 12-jarige groeit op met ons en krijgt de uitdagingen van het leven voor de kiezen. Dat maakt het erg interessant en uitdagend. Hoe helpen we hen dit alles te doorstaan en nog steeds goed te presteren? Je wordt ook een soort van vertrouwenspersoon voor hen.”

Clear voegt toe: “De overgang van kind naar jongvolwassene, dat heeft niets met expertise te maken. We zijn niet hun familie, we zijn niet hun school. En dat is nog een belangrijke factor: we zoeken naar een zeer sterke ondersteunende structuur van huis uit en de juiste instelling bij de ouders. Je kunt mensen alleen dingen leren op basis van de volwassenheid die ze tonen en dat maakt deel uit van het leerproces.”

Waarom talenten niet in de watten gelegd worden

Oliver Bearman, Reserve Driver, Ferrari and Haas F1 Team, speaks with Jock Clear, Senior Performance Engineer, Scuderia Ferrari

Oliver Bearman, reservecoureur, Ferrari en Haas F1 Team, spreekt met Jock Clear, Senior Performance Engineer, Scuderia Ferrari

Foto door: Zak Mauger / Motorsport Images

Het feit dat ze gesteund worden door een F1-team, inclusief goed materiaal en coaching, betekent niet dat de junioren volledig in de watten gelegd worden. Sterker nog: er wordt van hen verwacht dat ze zelf initiatief nemen om hun vaardigheden te verbeteren en stappen te zetten in hun carrière. Een proactieve houding en toewijding is nodig om van een goede een geweldige rijder te maken. “Oh, absoluut”, zegt Clear. “Je hebt jonge jongens en meiden nodig die meteen laten zien dat ze hun eigen carrière kunnen uitstippelen, die proactief en objectief zijn, realistisch over hun verwachtingen. Het is heel verleidelijk om te zeggen: ‘Ik ga alles winnen. Ik doe niets anders. Ik ben een winnaar’. Als iemand dat tegen me zegt, denk ik al: ‘Oké, dan krijg je het zwaar en ga je het niet maken vriend, want je gaat niet alles winnen. Op alle kartniveaus winnen ze misschien alles, maar dan kom je in de Formule 3 waar ze tegenstanders hebben die net zo snel zijn. Ze zijn niet meer continu de snelste rijder, zoals ze dachten te zijn. Hoe snel komen ze tot het inzicht dat het niet alleen maar draait om pure snelheid? Mentaal kan dat een behoorlijke uitdaging zijn.”

Dat wordt bevestigd door Guillaume Roquelin. Hij is na een lange loopbaan als senior engineer in F1 nu verantwoordelijk voor de jonge talenten uit het Red Bull-programma: “Steeds maar weer een betere rijder willen worden is een kwaliteit die we willen koesteren, dus het is heel belangrijk dat het vanuit de rijder komt”, zegt Roquelin, beter bekend als ‘Rocky’ in de Talking Bulls podcast. “We zijn er om hen op te leiden, mogelijkheden en oplossingen aan te dragen, maar we zijn er niet om hen de les te lezen. Er zijn dingen die je niet weet totdat iemand het je vertelt, dus voor dat soort dingen zijn wij er, maar verder dan dat gaat het niet. Een goed voorbeeld is dat we aan het begin van het jaar een fysieke keuring van een rijder doen. We zeggen dan: ‘Dit is niet goed genoeg. Hier moet je over zes maanden staan’. Klaar. Dat is alles. Ga het maar doen. Als een rijder geen fysio heeft, doen we zeker aanbevelingen. Misschien geven we een trainingsprogramma. Maar wij gaan niet zeggen dat ze tien keer moeten opdrukken. Voor voeding of technische zaken kunnen we helpen. We doen aanbevelingen, maar je maakt zelf je eigen keuzes. Uiteindelijk word je beoordeeld of je de doelen haalt. Het Red Bull-credo is dat we individuen willen, dus we willen niet overbezorgd zijn, maar we willen wel een kader bieden.”

Een talentenprogramma is uiteindelijk zo goed als de resultaten. Lees: het aantal talenten dat de top van de sport haalt. Als we naar het F1-seizoen 2024 kijken, leek het de verkeerde kant op te gaan. In 2025 is dat weer rechtgezet met de komst van veel rookies. En vergeet jongens als Russell, Norris en Leclerc niet. Zij laten talentvolle rijders met F1-ambities zien dat het mogelijk is om met de steun van een team de absolute top te halen. Niet alleen met Red Bull, maar met meerdere formaties. 

Wapenwedloop

Oliver Bearman, Haas VF-24

Oliver Bearman, Haas VF-24

Foto door: Andrew Ferraro / Motorsport Images

Nu meer en meer teams een uitgebreid opleidingsprogramma draaien, is de competitie om de nieuwe ster van de toekomst vast te leggen bijna een soort wapenwedloop geworden. Clear erkent dat Ferrari nauwgezet volgt wat de concurrentie doet en de aanpak heroverweegt. “Wat er nu gebeurt, is dat je iets hoort over een jong karttalent, en dat blijkt dat McLaren hem al opgepikt heeft. Dan denk je: ‘Oh, misschien hebben we de boot gemist’. We zullen zien of het goed blijkt te zijn om kids op deze leeftijd al op te pikken. Het is wat ingewikkelder, met meer problemen, want ze zijn veel jonger. Er is veel meer tijd dat ze weg kunnen zakken en je moet er meer geld in steken als je investeert in iemand van 12 jaar. We zullen zien of het succesvol is.”

Hij vervolgt: “Wij kijken ook naar wat McLaren heeft gedaan, of Mercedes, en zeggen dat we misschien ook eens bij de OK-Junioren moeten kijken, of nog eerder. We houden vast aan onze principes voor het identificeren van talent dat opvalt, in plaats van elk kind vast te leggen dat een paar races heeft gewonnen. Het draait om de vraag hoe goed we talent op dat niveau al kunnen identificeren. En als we denken dat we dat niet kunnen, dan doen we het niet.”

Frederic Vasseur, teambaas Scuderia Ferrari, Gwen Lagrue, Mercedes Driver Development-adviseur, Laurent Mekies, teambaas Racing Bulls

Frederic Vasseur, teambaas Scuderia Ferrari, Gwen Lagrue, Mercedes Driver Development-adviseur, Laurent Mekies, teambaas Racing Bulls

Foto door: Sam Bloxham / Motorsport Images

Volgens Lagrue is het juist gezond als meer teams zich gaan bezighouden met talenten uit de kartsport, en hij ziet het in tegenstelling tot Clear niet als een wapenwedloop: “Wij kijken niet naar wat anderen doen. Het is geen competitie om deze jongen of dat meisje vast te leggen. Ten eerste omdat we ze niet allemaal kunnen oppikken, dus het is heel gezond als anderen ook rijders opnemen. En ten tweede heb ik niet het gevoel dat we met onze strategie rijders zijn misgelopen. Ik geef de voorkeur aan een kleine groep en hen echt naar de top brengen. En als ze F1 niet halen, ervoor zorgen dat ze professional worden. Ik zit nu negen jaar bij Mercedes en we hebben Esteban, George en nu Kimi naar de Formule 1 gebracht. En we kunnen het ook hebben over of Alex Albon, want zij zaten ook in ons programma. Jongens als Lando Norris of reden toen ook, maar wij waren er destijds toch nog niet klaar voor om hen iets aan te bieden toen ze beschikbaar waren.”

Met hun budgetten en opleidingsprogramma’s hebben F1-teams de mogelijkheid om het speelveld te vergroten. Kinderen uit een modaal gezin kunnen kansen krijgen, of vrouwelijke rijders kunnen gesteund worden nu alle teams actief zijn in de F1 Academy. “Doriane Pin, en proberen meer meiden in de autosport te krijgen, is een belangrijk project voor ons”, benadrukt Lagrue. “En we werken er ook hard aan om de sport toegankelijk te maken voor zoveel mogelijk jonge rijders, zowel jongens als meisjes. Het laatste voorbeeld is Kenzo Craigie, die het WK karting won, en James Anagnostiadis. James kwam zonder geld uit Australië en won het laatste jaar van de Champions of the Future [een programma om karting toegankelijker te maken]. We legden James vast en hij eindigde als tweede in het wereldkampioenschap, net achter Kenzo. Het bewijst dat je, ook zonder veel financiële middelen, in een F1-programma terecht kunt komen.”

In dit artikel

Filip Cleeren

Formule 1

Karting

Ferrari

Red Bull Racing

Mercedes

Wees als eerste op de hoogte en schrijf je in voor e-mail updates met realtime nieuws over deze onderwerpen

Plaats een kenteken review

Plaats een reactie