Hülkenberg overtuigd: Concept van Haas F1 kan tot succes leiden

Waar de meeste teams overwegend onderdelen zelf produceren en voornamelijk motoren en versnellingsbakken van leveranciers afnemen, werkt Haas heel anders. Het relatief kleine F1-team van Gene Haas koopt sinds haar intrede in 2016 namelijk veel onderdelen bij  en Dallara. Zo rijdt Haas dus niet alleen met Ferrari-motoren, maar neemt het ook zo veel mogelijk – wat toegestaan is binnen de reglementen – over van de Scuderia – zodat het de kosten van die ontwikkeling weer in andere zaken kan steken. Dit jaar zal Haas , want teambaas Ayao Komatsu heeft al aangegeven vast te houden aan de voorwielophanging van 2024, waar Ferrari naar verluidt op een ander systeem overstapt. 

Bij dat systeem zijn de nodige bedenkingen, want onderdelen overnemen leidt vaak tot een gebrek aan innovatie en juist dat kan in de Formule 1 het verschil maken tussen succes en falen. Volgens kan de werkwijze van Haas echter wel degelijk tot successen leiden. “Het concept van Haas werkt op veel gebieden”, zegt Hülkenberg tegen Auto, Motor und Sport. “De onderdelen die ze van Ferrari mogen kopen, werken. Hierdoor kan Haas zich concentreren op aerodynamica en op het weggedrag in de races. Als de juiste mensen op sleutelposities zitten en de juiste beslissingen nemen, dan zal dit systeem ook tot succes leiden”, weet de Duitser zeker. 

Haas is grotendeels afhankelijk van wat Ferrari aanbiedt en wat er binnen de regels mag, maar wist vorig jaar tijdens het seizoen toch nog goede vooruitgang te boeken. Ook Hülkenberg kan nog niet helemaal verklaren hoe dat mogelijk was. “We hadden onze problemen in de laatste twee races voor de zomerstop”, herinnert hij zich. “Het pakket met maximale downforce voor Hongarije werkte niet echt. We reden met de grootste vleugels, maar dat bleek duidelijk niet genoeg vergeleken met de concurrentie. Spa is qua circuit het tegenovergestelde, maar op de een of andere manier ging het daar in de twee jaren met Haas om onverklaarbare redenen slecht. De auto voelde gewoon niet goed aan. Daarna zijn we er weer bovenop gekomen en hebben we ons echt verbeterd, vooral met de upgrade in Austin.”

Haas eindigde uiteindelijk op de zevende plaats bij de constructeurs. De VF-24 bleek in de races een stuk beter dan de VF-23. Met name de bandentemperatuur was nu een minder groot probleem. “Na de eerste paar races was duidelijk dat we er veel beter voor stonden en dat we op oudere banden minder zouden terugvallen in de race”, legt Hülkenberg, die dit jaar bij aan de slag gaat, uit. “Dat was al duidelijk tijdens de testdagen in Bahrein. Daar werkten we eigenlijk alleen maar aan lange runs en het beperken van de bandenslijtage. De eerste punten in Jeddah en Melbourne bevestigden die indruk”, besluit hij. 

Plaats een kenteken review